Rioolheffing

Voor de begroting 2026 is het uitgangspunt dat we de kosten en opbrengsten verhogen met het indexpercentage van 2,7%. De basis van de kosten van de rioolheffing zit in het nieuwe Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) dat in 2022 is vastgesteld en loopt tot en met 2026.

De totale mutatie van de tarieven is afhankelijk van de ontwikkeling van de WOZ-waarde op peildatum 1 januari 2025. De vertaling van de opbrengst naar de tarieven rioolheffing wordt bij de verordening rioolheffing 2026 voorgelegd.

Het onderstaande overzicht laat de kostendekkendheid zien, gebaseerd op de toerekenbare kosten zoals die in de begroting 2026 geraamd worden. Naast de kosten van het taakveld riolering worden er ook kosten van andere taakvelden aan de rioolheffing toegerekend. Deze kosten zijn straatreiniging, onkruidbestrijding en de perceptiekosten van Sabewa Zeeland. Voor deze kosten is bepaald voor welk deel ze zijn toe te rekenen aan de rioolheffing. Ook hebben we eind 2016 besloten om de btw op de kosten van het taakveld rioolheffing mee te nemen in de berekening van de kostendekkendheid.

In bovenstaande tabel staat de berekening van de kostendekkendheid weergegeven. De basis voor de kostenkant is het GRP en de realisatie van de afgelopen jaren. Op basis van deze informatie is een zo realistisch mogelijke raming van de beoogde groei vanuit het GRP gemaakt. We gaan uit van een opbrengststijging van 2,7%, een extra tariefstijging om de kostendekkendheid te vergroten wordt niet voorgesteld in de begroting 2026. We komen uit op een kostendekkendheid van 92%. Voor een tariefstijging/lastenverzwaring om de kostendekkendheid van de heffing te verbeteren, is in de kadernota 2026 niet gekozen.