Ga naar de inhoud van deze pagina.
Programmabegroting 2026 Programmabegroting 2026 - vastgesteld door college

Kasgeldlimiet

Ter beperking van renterisico’s op de korte schuld dienende gemeenten te voldoen aan de kasgeldlimiet zoals bepaald in de wet Fido. Dit betekent dat de korte schuld voor gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal (totale lasten) mag bedragen. De korte schuld bestaat uit de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rente typische looptijdkorter dan één jaar en de schuld in rekening-courant en is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven.

Op basis van de renteontwikkelingen wordt gekozen om langlopend of kortlopend te financieren. Bij dalende rentes is het interessant zo veel mogelijk gebruik te maken van kortlopende financiering, om dit op een later moment om te zetten naar langlopend. Daarbij zijn de financieringscondities om kortlopend te financieren gunstiger door lagere tarieven. Het omgekeerde geldt wanneer de rentes niet dalen, maar juist stijgen.




Kasgeldlimiet

Bedragen x € 1.000

Afhankelijk van de financieringscondities en renteontwikkelingen wordt er gekozen om langlopend of kortlopend te financieren. Normaal gesproken zijn de financieringscondities bij een kortlopende financiering gunstiger. De rentes liggen veelal een stuk lager dan bij langlopende financieringen. Daarnaast speelt de te verwachte renteontwikkeling op de geldmarkt een belangrijke rol bij de keuze voor het aantrekken van kasgeld. Bij een te verwachten rentedaling op de kapitaalmarkt is kortlopend financieren interessanter.


Wanneer kortlopend wordt gefinancierd moet de kasgeldlimiet in acht worden genomen. Op basis van de Uitvoeringsregeling Financiering voor Decentrale Overheden moet de toezichthouder (provincie Zeeland) worden geïnformeerd bij overschrijding van de kasgeldlimiet gedurende 2 achtereenvolgende kwartalen en zal vervolgens een passende langlopende geldlening worden aangegaan. Dit is in de periode van 2021-2024 niet het geval geweest.


In de bovenstaande tabel is te zien dat de gemiddeld gebruikte kasgeldlimiet in de periode 2021-2024 ongeveer €6,3 mln bedraagt. De rente heeft in deze periode enorme schommelingen laten zien. Zo was de rente in 2021 t/m de zomer van 2022 historisch laag. Door renteverhogingen van de ECB, die begonnen in 2022 nam de rente snel toe. Pas halverwege 2024 werden de eerste renteverlagingen doorgevoerd. Door het aantrekken van een langlopende financiering in de zomer van 2022, bijdragen vanuit het Rijk en dividenden gedurende deze jaren is de financieringsbehoefte opgevangen. In periodes waarin tijdelijk wel een liquiditeitsbehoefte was is dit kortdurend opgevangen met kasgeldleningen. Doordat slecht beperkt kasgeld nodig was is ruimschoots binnen de gestelde limiet gebleven. Ook voor de komende jaren verwachten we de gestelde kaslimiet niet te overschrijden. Rekening houdend met de geldende regelgeving en financieringscondities wordt een passende financiering aangetrokken.