Ter beperking van renterisico’s op de korte schuld dienen de gemeenten te voldoen aan de kasgeldlimiet. Dit betekent dat de korte schuld voor gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag bedragen. De korte schuld bestaat uit de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rente typische looptijd korter dan één jaar en de schuld in rekening-courant en is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven.
Omschrijving |
1e kwartaal 2024 |
2e kwartaal 2024 |
3e kwartaal 2024 |
4e kwartaal 2024 |
---|---|---|---|---|
Totaal jaarbegroting |
185.035 |
185.035 |
185.035 |
185.035 |
Percentage |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
8,5% |
Kasgeldlimiet |
15.728 |
15.728 |
15.728 |
15.728 |
Gemiddelde vlottende middelen |
379 |
20.470 |
4.013 |
12.654 |
Bedragen x€1.000
In geen van de kwartalen van 2024 is de kasgeldlimiet overschreden. Alle kwartalen laten een overschot aan netto vlottende middelen zien. Dit betekent dat we onder de gesteld kasgeldlimiet zijn gebleven. Bij het 1e kwartaal is dit overschot het kleinst doordat in dit kwartaal kortlopend gefinancierd is. Ook in het 3e kwartaal was dit het geval. Gedurende de rest van het jaar is er niet gefinancierd. De liquiditeitsbehoefte kon worden opvangen door de eigen middelen en bijdrages van derden.