Met behulp van de renterisiconorm wordt bepaald welk renterisico de gemeente loopt op haar vaste schuld (leningen met een looptijd van langer dan één jaar). De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dat wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Hierbij is een minimumbedrag bepaald van € 2,5 miljoen. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen.
Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de lening portefeuille gelijktijdig moet worden her gefinancierd, met het risico van snel oplopende rentelasten. In onderstaande tabel wordt de renterisiconorm voor de afgelopen jaren weergegeven.
In 2024 is de renterisiconorm niet overschreden. Bij het aangaan van nieuwe geldleningen wordt het rentepercentage voor de hele looptijd vastgezet. Dit heeft als gevolg dat er gedurende het jaar geen renteherzieningen hoeven plaats te vinden, waardoor het renterisico zo goed als mogelijk wordt beperkt. Net zoals voorgaande jaren, zijn er in 2024 ook geen renteherzieningen geweest. Aflossingen vormen hierdoor de enige component van het renterisico. Met een renterisico van ongeveer € 9,8 miljoen en een norm van € 37 miljoen overschrijden we in 2024 de renterisiconorm ruimschoots niet.