Met behulp van de renterisiconorm wordt bepaald welk renterisico de gemeente loopt op haar vaste schuld (leningen met een looptijd van langer dan één jaar). De renterisiconorm is in de wet Fido bepaald op 20% van het begrotingstotaal (totale lasten). Dat wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Hierbij is een minimumbedrag bepaald van € 2,5 miljoen. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen.
Hiermee wordt voorkomen dat een grootdeel van de lening portefeuille gelijktijdig moet worden gefinancierd, met het risico van snel oplopende rentelasten. In onderstaande tabel wordt de renterisiconorm voor jaren 2025 – 2028 weergegeven.
Renterisicnorm
Bedragen x € 1.000Bovenstaande tabel laat zien dat we komende jaren de renterisiconorm niet zullen overschrijden. De ruimte onder de renterisiconorm geeft aan dat het te verwachten renterisico ruimschoots binnen de gestelde normhoeveelheid valt. Een goede spreiding van de leningportefeuille bij het aangaan van financieringen en vaste rentes voor de gehele looptijd maken dat renteherzieningen niet aan de orde zijn en bijdragen voldoen aan de gestelde renterisiconorm.