Deze voorziening is na de bouw van de sluis gevormd om pieken in de onderhoudsuitgaven op te kunnen vangen. Doordat de sluis als onderdeel van de waterkering ook een veiligheidsvoorziening vormt, was dit een tweede beweegreden om een voorziening te vormen (met een voorziening zijn direct onderhoudsgelden beschikbaar bij eventuele calamiteiten).
Ten laste van deze voorziening worden uitgaven gedaan voor het groot onderhoud van de haven, het kanaal en de sluis. De voorziening wordt jaarlijks gevoed op basis van een genormeerde storting. De jaarlijkse voeding is gebaseerd op het vastgestelde beheerplan. Voor grote investeringen en opwaardering zal specifiek geld worden aangevraagd aan de hand van de investeringsplanning, die onderdeel is van het beheerplan en jaarlijks bij de begroting wordt geactualiseerd.
Op basis van inspecties, is in 2020 voor de voorziening haven kanaal en sluis een geactualiseerd meerjaren onderhoudsplanning tot en met 2040 opgesteld. Deze wordt 5-jaarlijks geactualiseerd.
Twee keer per jaar vindt een onderhoudsinspectie plaats van de diverse objecten, waarbij geconstateerd klein onderhoud direct wordt uitgevoerd en benodigd grootonderhoud op de meerjaren onderhoudsplanning wordt opgenomen. Volgens het vast te stellen jaarplan, zal in 2024 en 2025 grootonderhoud worden uitgevoerd aan diverse objecten.